Vaccinatie

Wat is een Vaccinatie?

Het mazelenvaccin bestaat uit verzwakte levende virussen. De vaccinatie is ook voor het bof- en rodehond. Je krijgt de vaccinatie via een spuit en beschermt je tegen de ziekte.

In vaccins zitten drie soorten bestanddelen. In de bijsluiters van vaccins staan alle bestanddelen genoemd die in een vaccin kunnen zitten. De bestanddelen van de vaccinatie kunnen we verdelen in drie groepen:

 

  • Werkzame delen: delen van het virus of de bacterie waartegen bescherming wordt opgebouwd.
  • Hulpstoffen: stoffen die aan het vaccin worden toegevoegd om de werkzaamheid te verbeteren, de houdbaarheid te verlengen en de toediening makkelijk te maken.
  • Reststoffen: resten van stoffen die tijdens het productieproces van het vaccin zijn gebruikt. Na productie worden ze zoveel mogelijk uit het vaccin gehaald.

Sterke punten
Mensen laten zich inenten om de mazelen te voorkomen. Een vaccinatie wordt altijd via een naald in gebracht, dit is fijn voor de mensen die moeite hebben met andere medicijnen. Je hoeft de naald ook niet zelf te zetten dit is een voordeel voor mensen die moeite hebben met naalden. Ook hoef je maar 2 keer in je leven ingeënt te worden, misschien nog een keer als er een mazelen uitbraak is. Dit gebeurt de laatste jaren niet meer zo vaak.

 

Zwakke punten
Er zijn ook een aantal nadelen aan vaccineren, zoals als je de vaccinatie binnen wil krijgen moet er een naald in je lichaam, maar bij veel kinderen doet dat pijn of ze zijn bang voor de naalden. Nog een nadeel kan zijn dat het niet mag van je geloof, volgens de bijbel mag je je niet overgeven aan de medische hulp. Andere mensen vinden dat het afweersysteem van een baby nog moet ontwikkelen en dat je het niet moet gaan prikkelen met vaccinaties. Weer anderen geloven dat de ziekte vanzelf geneest op de natuurlijke wijze. Aan een vaccinatie zitten ook bijwerkingen zoals roodheiden zwellingen, maar je kunt er natuurlijk ook de griep van krijgen. Ook het zoeken naar vrijwilligers gaat moeilijk. Vaak vinden mensen het moeilijk om het kind te zien huilen of het kind pijn te zien pijn leiden.


Kansen
In 1987 is de vaccinatie voor de Bof, mazelen en rodehond ingevoerd. Voor de invoering van de inenting tegen mazelen in 1976 kregen bijna alle kinderen in Nederland mazelen. Tegenwoordig krijgen zo’n 10 kinderen per jaar de ziekte, meestal onder groepen waar minder wordt gevaccineerd. De laatste mazelenuitbraak in Nederland was in 2013/2014. Er werden toen 180 mazelenpatiënten opgenomen in ziekenhuizen. Wereldwijd komen de mazelen steeds minder voor, maar in 2016 stierven er nog steeds ongeveer 90.000 kinderen aan de gevolgen van de ziekte.

 

Bedreiging

Mensen die de ziekte krijgen ook na de vaccinatie zijn:

Zeer jonge kinderen: vooral pasgeboren baby’s die niet gevaccineerd zijn en die ook geen mazelen hebben gehad. Die hebben een verhoogde kans op ernstige complicaties en sterfte.

Volwassenen: met de toename van de leeftijd is er een verhoogde kans op complicaties. Patiënten met een ernstig verminderde afweer.

Zwangere vrouwen: mazelen veroorzaakt bij het kind geen aangeboren afwijkingen, maar kan in zeldzame gevallen tot een miskraam of vroeggeboorte leiden. De meeste zwangere vrouwen zijn echter beschermd omdat zij tegen mazelen gevaccineerd zijn of als kind de ziekte hebben doorgemaakt. In Amerika is er ook een mazelen uitbraak geweest, je moet je dan nog een keer laten vaccineren.